Skip to content

Vijf essentiële elementen voor kwalitatief leesonderwijs

Kinderen die intrinsiek gemotiveerd zijn, lezen zelfstandig omdat ze zelf willen lezen in plaats van dat ze moeten lezen. Welke tools kun je als onderwijsprofessional inzetten om de intrinsieke leesmotivatie van kinderen aan te spreken? Er zijn verschillende methodes, werkwijzen en activiteiten. Leesexpert Lotte Heij licht toe hoe je de intrinsieke motivatie op een structurele manier kunt stimuleren met kwalitatief leesonderwijs. 

Ik krijg veel vragen van leerkrachten over hoe je aantrekkelijk leesonderwijs kunt organiseren. Kinderen die lezen omdat ze moeten, kunnen sneller in een negatieve leesspiraal terecht komen. Mijn collega’s Saskia Peen en Inez Molenaar schreven eerder in een blog hoe belangrijk de intrinsieke motivatie van kinderen is voor het creëren van een positieve leesspiraal. Het is een uitdaging voor leerkrachten om de intrinsieke motivatie van kinderen aan te spreken. Hoe doe je dat en welke factoren spelen een belangrijke rol? In dit blog licht ik vijf elementen toe die van belang zijn om een sterk leesaanbod te realiseren.  

1. Betekenisvol leesonderwijs

Intrinsieke motivatie ontstaat als kinderen in aanraking komen met thema’s die er voor hen toe doen. Als kinderen zich willen verdiepen in een interessant thema is het voor hen betekenisvol en staan ze open om de informatie tot zich te nemen. Van Koeven en Smits benoemen in hun boek Rijke taal. Taaldidactiek voor het basisonderwijs’ dat intrinsieke motivatie kinderen aanzet tot willen weten. Voor betekenisvol leesonderwijs is een rijk aanbod in boeken en andere teksten essentieel om de honger naar meer weten te beantwoorden. 

Hoe kom je te weten wat kinderen interessant vinden? Als leerkracht ben je alert op wat de kinderen bezighoudt. Je hoort waar kinderen over praten, ziet wanneer de betrokkenheid van kinderen groeit en je voert gesprekken met kinderen aan de hand van ervaringen, verhalen of ontdekkingen. Met deze waardevolle informatie kun je als leerkracht te weten komen welke onderwerpen een kind interessant vindt.  

2. Boven de leerstof staan

Uit succesvolle onderwijspraktijken blijkt dat er twee factoren van essentieel belang zijn om passend te kunnen bijdragen aan de leesontwikkeling van het kind: oog hebben voor het kind zoals hierboven benoemd en goed zijn in je vak. Adviseur leesbevordering Jos Walta licht dit heel mooi toe in zijn boek Open boek. Handboek leesbevordering’ (2020). Volgens Walta betekent goed zijn in je vak dat je een professional bent. De leerkracht als professional staat boven de leerstof, heeft inzicht in leerdoelen, leerlijnen en heeft de vaardigheden om kinderen te begeleiden bij de ontwikkeling.  

Aansluitend benoemt onderwijskundige Van Oers (2009) dat leerkrachten waardevolle informatie kunnen verzamelen door observatie en momenten van interactie met de kinderen. Deze input biedt de leerkracht inzicht in de drijfveren en ontwikkelingsbehoeften van het kind. Kortom, kennis van het leren lezen in al zijn facetten is nodig om een passend leesaanbod te realiseren voor ieder kind. Volgens Pompert (2017) zou dat aanbod kinderen in de zone van naaste ontwikkeling moeten brengen. Kort gezegd is dit de zone waarin het kind voor een deel gebruik maakt van wat het al weet of zelfstandig kan uitvoeren, maar waarin het kind ook wordt uitgedaagd door de leerkracht om zichzelf verder te ontwikkelen.

Rijk leesaanbod in de klas

3. Een aantrekkelijke leesomgeving

Een rijke leesomgeving nodigt uit tot veel lezen. Bij het binnenlopen van een school of klas moet je lezen kunnen opsnuiven. Walta (2020) stelt dat de leerkracht de regie in handen heeft als het gaat om het bieden van goed leesonderwijs. De leerkracht neemt initiatief, zorgt voor een vruchtbare bodem en betrekt kinderen actief om leerprocessen in gang te brengen. Om een kwalitatief aanbod te realiseren is het nodig om boeken en teksten te selecteren die aantrekkelijk zijn en tegelijkertijd aansluiten bij de zone van naaste ontwikkeling van het kind. Als leerkracht ben je op de hoogte van interessante boeken en zorg je voor een divers en aantrekkelijk aanbod, zowel in onderwerp als niveau. Dit is niet iets wat je geheel alleen hoeft te doen. Je kunt ook specialisten raadplegen om een goed aanbod samen te stellen, aan te vullen en te onderhouden.

Een belangrijke factor in het selecteren van interessante boeken is het kind. Voer regelmatig gesprekken met kinderen en zorg dat je aanbod aansluit bij de leesbehoefte. Volgens onderwijskundige Bea Pompert (2017) biedt een goed boekenaanbod een verscheidenheid in genres. Zorg voor informatieve boeken in de klas die aansluiten bij interessante thema’s die spelen bij de kinderen, maar denk ook aan stripboeken, poëzie, prentenboeken et cetera. Het is belangrijk om hierbij het overzicht te bewaken. Overzichtelijke presentaties en geen overvolle mandjes. Kinderen moeten ruimte hebben om boeken te bekijken en te kunnen pakken.  

4. Ontwerpen van leesactiviteiten

Leerkrachten hebben naast het inrichten van een rijke leesomgeving de taak om een uitgekiend en betekenisvol aanbod van leesactiviteiten te ontwerpen en organiseren. In de dagelijkse praktijk worden leesactiviteiten georganiseerd met de gehele groep, in kleine groepjes en is er ruimte voor individuele begeleiding. Volgens Pompert (2017) gaat het om een gevarieerd aanbod waar alle soorten lezen aan bod komt. De leescirkel (zie figuur) van leesspecialist Aiden Chambers kan helpend zijn om leesactiviteiten vorm te geven.

Bij het organiseren van leesactiviteiten is het belangrijk om na te denken over de hoeveelheid tijd dat je besteed aan lezen. Een vast moment om te lezen schept duidelijkheid en biedt houvast om expliciet aandacht te besteden aan lezen. De Onderwijsraad (2019) adviseert om een langere tijd geconcentreerd te lezen. Op die manier stimuleer je het diepere lezen waarbij samenhang en betekenis van de tekst wordt ervaren. Vaak wordt geadviseerd dat kinderen minimaal 20 minuten de tijd nodig hebben om tot diep lezen te komen.

Houd rekening in je planning met de tijd die nodig is om het leesmoment te starten. Per dag een leeshalfuur reserveren geeft de mogelijkheid om kinderen goed te begeleiden. Plan daarnaast een moment op de dag waar het voorlezen centraal staat, zorg regelmatig voor een moment om in gesprek te gaan met elkaar over het verhaal. Gesprekken kunnen het leesplezier versterken, omdat het kinderen aanzet tot nadenken over wat het verhaal persoonlijk met hen doet. Ook kun je denken aan leesstimulerende activiteiten zoals boekpromotie, het samen lezen van teksten en verwerkingsactiviteiten

Leescirkel van Aiden Chambers
Figuur 1: De leescirkel van Aiden Chambers.

5. Doelgerichte en creatieve organisatie

Een laatste punt van aandacht is de organisatie. Een goede planning is nodig om kinderen goed te kunnen stimuleren en begeleiden bij de leesactiviteiten. Om kinderen actief en betrokken te laten deelnemen vraagt dit om een creatieve en afwisselende manier van organiseren. Denk aan aantrekkelijke (coöperatieve) werkvormen zoals expertlezen, duo lezen et cetera. Zorg voor een gedegen voorbereiding. Welke leesactiviteiten bied ik aan met welk doel? Wat is het leesdoel en het lesdoel? Welke kinderen doen mee en hoe groepeer ik de kinderen? Denk ook goed na over je eigen rol. Welke instructie geef je vooraf, welke begeleiding geef je tijdens de uitvoering en hoe sluit je de activiteit af? Noteer observatiepunten die je voor een volgend moment weer kunt gebruiken bij een nieuw aanbod. 

Literatuurlijst: 

Walta, J. (2020). Open boek. Handboek leesbevordering Jos Walta. Eindhoven. 

Van Oers, B. (2009). Ontwikkelingsgericht werken in de bovenbouw van de basisschool. Een theoretische verkenning met oog op de praktijk. Alkmaar: De Activiteit.  

Pompert, B. (2017). Lezen en schrijven doe je samen. Een ontwikkelingsgerichte didactiek voor het lezen en schrijven in groep 3 en 4. Assen. 

Raad van cultuur & De onderwijsraad. (2019). ‘Lees! Een oproep tot een leesoffensief’. Den Haag. 

Van koeven, E., & Smits A. (2020). Rijke taal. Taaldidactiek voor het basisonderwijs. Amsterdam.  

Berenst, J., Faasse, S., Herder, A., & Pullen, M. (2016). Meer dan lezen. Over geletterdheid, geletterdheidsontwikkeling en leesonderwijs. Assen. 

Wil je het leesonderwijs op jouw school aanpakken?

Klaarr begeleidt scholen bij het vormgeven van kwalitatief leesonderwijs. We helpen bij het maken van een duurzaam leesbeleid, verdiepen leerkrachtvaardigheden en bieden effectieve werkvormen die het leesonderwijs kunnen versterken. Onze onderwijsadviseurs gaan graag met de uitdagingen op jouw school aan de slag.

Lotte Heij is onderwijsadviseur bij Klaarr. Zij heeft een expertise op het gebied van taalonderwijs, pedagogisch handelen en het jonge kind. In de afgelopen jaren heeft ze veel ervaring opgedaan met het vormgeven van een gefundeerd en rijk taalaanbod voor de groepen 1 t/m 8. Ze helpt scholen bij visievorming, thematisch werken, verdieping van taaldomeinen en integratie van taaldomeinen met andere vakken.

Back To Top